zondag 22 maart 2015

Flow in de keuken

Mijn ultieme flow-moment beleef ik het gemakkelijkst en het vaakst als ik in de keuken sta. Omdat ik allergisch ben voor alle soorten melk, kan ik veel dingen die uit pakjes komen niet eten. Daardoor ben ik creatief geworden in het koken-zonder-melk, met als extra uitdaging dat ik daarbij niet wil leveren op smaak. Dit zorgt er voor dat ik regelmatig in de keuken sta om nieuwe dingen uit te proberen, of (vaak op verzoek) koekjes, loempia’s, worstenbroodjes of taarten sta te bakken. Toen ik twee weken geleden een gesprek wilde met een paar bestuursleden van school over het curriculum, was dat prima, onder de voorwaarde dat ik voor iets eetbaars zou zorgen. De avond voor het gesprek stond ik dan ook een appeltaart te bakken.

Het bakken of koken heeft een helder doel: er moet uiteindelijk iets ontstaan dat eetbaar is en het liefst ook lekker smaakt. Daarnaast kan ik me er helemaal op concentreren, er zijn in mijn kleine keuken geen andere afleidingen te vinden. Als er iets mislukt, is dat voor mij geen reden om er mee te stoppen. Ik zoek liever uit wat de oorzaak is, om vervolgens overnieuw te beginnen. Ik vind het leuk om nieuwe dingen uit te proberen, maar wil wel bekend zijn met het principe. Steeds een nieuwe stap werkt voor mij beter dan een heel nieuw concept uitproberen. Ik haal veel recepten van internet of uit boeken, maar vind het leuk om deze aan te passen aan mijn eigen smaak en ideeen. Soms moet een recept ook aangepast worden vanwege mijn allergie. Als ik zelf iets heb aangepast of ‘bewerkt’ en het blijkt een goede combinatie te zijn, geeft me dat een extra boost om vaker te experimenteren.


De meeste recepten geven een tijdsindicatie aan. Als ik zelf iets verzin, kan ik vaak wel schatten hoe lang ik er mee bezig ben. Deze tijd klopt meestal ook, waardoor ik de tijd kan ‘vergeten’ als ik bezig ben. Ik weet dat dat wat ik aan het doen ben, past binnen mijn planning. Dat geeft rust.  

Een van mijn beste flowrecepten is dat van de brownie. In dit recept wordt maar op één moment gebruik gemaakt van een mixer (en dan ook maar voor een minuut of 2), de rest gaat allemaal met de hand; het smelten van de boter en de chocola, het roosteren en pletten van de hazelnoten en het ‘lobbig’ mengen van de bloem met het boter-chocola-eier-suiker-mengsel.  De enige reden dat ik dit recept niet elke week maak, is dat ik weet hoeveel boter, suiker en chocola er in gaat.

En sporten vind ik een stuk minder ‘flow’.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten