Scenario 1 – Open/flexibel en individueel
De school heeft in de
afgelopen jaren een flinke metamorfose ondergaan. Het is sinds een aantal jaar
geen instituut
meer zoals we dat twintig jaar geleden nog kenden. Toen was het een plek waar
mensen van dezelfde leeftijd in homogene groepen samen kwamen om hetzelfde
onderwijs te volgen. De veranderingen van de afgelopen jaren zijn begonnen met
de invoering van het passend onderwijs. De leerlingen en hun talenten kwamen hierdoor meer centraal te staan.
Waar op de basisschool de talenten van de leerlingen ontdekt werden, wordt er
in het VO op deze talenten
ingezet om ze verder uit te diepen en te benutten. Leren vanuit het eigen
talent is erg belangrijk geworden. 21st Century Skills waren rond 2014 al alom
bekend, maar sinds een aantal jaar is ook het belang hiervan duidelijk geworden
(Marzano & Heflebower, 2012) . Creativiteit staat
daarbij hoog in het vaandel.
Dit vraagt om flexibiliteit
van alle betrokkenen. De scholen die hierin het voortouw namen zijn
bijvoorbeeld basisscholen die als eerste over gingen op het bioritme model
. Middelbare scholen volgden al snel dit voorbeeld. Door de openingstijden van
scholen te versoepelen werd de essentie van een school weer duidelijk: een plek
om samen te komen om te leren. Dat betekende ook dat mensen met een kantoorbaan
door de nieuwe openingstijden van de scholen de mogelijkheid kregen om lessen
te volgen. Voor leerlingen betekende dit een meer Amerikaanse high school, waar naast de gewone lessen ook ruimte is voor
andere activiteiten zoals sport en hobby’s. Dat hier meer aandacht voor is
gekomen, komt door de uitkomsten van het onderzoek
naar het onderwijs van deze tijd, dat al in 2014 begonnen is.
Natuurlijk nemen de
leerlingen in de leeftijd van 12-18 nog steeds een prominente plek in, in deze
organisatie. Zij worden begeleid door een persoonlijke coach, die niet meer dan
tien leerlingen onder zijn hoede heeft. Deze coach richt zich vooral op het
begeleiden van de keuzes die de leerlingen moeten maken. Het maken van keuzes is een van de belangrijkste vaardigheden waarover mensen heden ten
dage moeten beschikken. Het aanleren van het maken van goede keuzes is dan ook
een taak die niet onderschat moet worden. De coaches hebben naast deze taak
vaak ook nog een kleine lesgevende taak. Zij zijn gespecialiseerd in één of
twee vakken. Door gebruik te maken van techniek zijn de lessen tijd- en plaats
onafhankelijk te volgen. Ook is
kennisoverdracht sinds een aantal jaar
niet meer het belangrijkste onderdeel van de lessen. Het bedenken van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken is belangrijker geworden Individualized customization
(de Ridder, 2014) heeft de laatste jaren een grote sprong
gemaakt en dat is ook te zien in de scholen. Dit afstemmen van producten op de
wensen van de klant laat zich hier zien doordat leerlingen hun eigen route
volgen, begeleid door hun coach en met gebruik making van learning analytics. Zelfsturing
is daarbij van essentieel belang. Doordat mensen ouder worden en niet meer
leren voor een baan die ze hun leven lang gaan hebben, is het belangrijk om mensen al vroeg te leren hoe
zij zelf hun loopbaan kunnen
vormgeven
Scenario 2 – Open/flexibel en collectief
Waar we aan het begin van
de 21ste eeuw nog werkten met diploma’s, is er de laatste jaren voor
gekozen mensen niet één papiertje te laten halen, maar hen in staat te stellen
‘badges’ te halen voor dat wat zij geleerd hebben. Dat kan zowel zijn op het
gebied van kennis als op het gebied van vaardigheden. Door op deze manier te werken, wordt de ontwikkeling
van mensen meer zichtbaar en kunnen zij zich verder of anders bekwamen mocht
dat nodig zijn voor hun loopbaan. De vroegere middelbare scholen zijn hierop
ingericht door zich niet alleen te concentreren op de leerlingen in de leeftijd
van 12-18, maar ook ouderen de mogelijkheid te geven vakken te volgen of zich
aan te sluiten bij werkgroepen. Dat is belangrijk, omdat de mobiliteit onder
werknemers de laatste jaren steeds meer is toegenomen (de Ridder, 2014)
Het aandeel van 12-18 jarigen is op dit moment nog wel significant.
De vroegere vakken bestaan
nog wel, maar lessen worden tijd- en plaats onafhankelijk gegeven. Daarbij
wordt veel gebruik gemaakt van blended learning, augmented reality (de Ridder, 2014)
en ervarend leren.
Flipping the classroom wordt veelvuldig toegepast. Doordat het curriculum
aangepast wordt naar de tijdsgeest,
is de docent ook iemand die zich steeds moet blijven ontwikkelen. Dat
gaat vaak samen met andere docenten, maar ook de leerlingen worden betrokken
bij dit proces. Ván en mét elkaar leren staan hoog in het vaandel. De leerkracht is een gids die
zijn leerlingen de weg wijst in de overvloed aan beschikbare informatie en die
hen helpt hun talenten verder uit te diepen en te ontwikkelen. De lessen zijn
erop gefocust de wereldproblematiek
zoals ongelijkheid
gezamenlijk aan te pakken (de Ridder, 2014) . Samenwerking is de belangrijkste 21st
Century Skill (Marzano & Heflebower, 2012) . De koppeling met de
praktijk is altijd aanwezig, vandaar ook dat bedrijven een groot aandeel in scholen hebben. In de open
leeromgevingen wordt ondernemend geleerd met aandacht voor elkaars sterktes. Op deze manier voelen de
leerlingen ook een duidelijke band met de wereld om hen heen. Wereldburgerschap en aandacht voor diversiteit is iets waar de aandacht al op de basisschool naar
uit gaat, maar waar de middelbare school op voort borduurt.
Scenario 3 – Gesloten/rigide en collectief
Het leerlingenaantal is sinds begin van de 21ste eeuw flink gekrompen. Scholen
zijn hierdoor gefuseerd of helemaal verdwenen. De aandacht van de scholen die
er nog zijn, is gericht op de bedrijven in de regio: marktgericht. Het is voor
bedrijven belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium de juiste mensen voor
de juiste plek te selecteren. De overheid heeft hier een grote invloed in. Zo
was een van de ambities rond het jaar 2015 van de organisatie ‘VO-2020’ al dat
scholen moeten werken aan de verbinding met de regio. Dit zou er later voor zorgen dat leerlingen meer
baanzekerheid en –garantie hebben, wat bijdraagt aan de nog altijd gestaag
doorlopende economische groei (de Ridder, 2014) Een eerste start met deze regionale
focus kwam met de talentennetwerken die in 2014 uitgezet werden door
staatssecretaris Sander Dekker.
De maatschappelijke betrokkenheid van de leerlingen is dan ook gericht op de
directe omgeving. Er is veel samenwerking met regionale clubs, verenigingen en
bedrijven. Deze bedrijven maken stellen samen met de schoolleiders het
curriculum samen. Het aanbod
in lessen en vakken verschilt dan ook
per school. Zo kan een school in een regio met weinig behoefte aan diëtisten en
fysiotherapeuten en veel behoefte aan technici de aandacht leggen op techniek
en een school in een regio met een tegengestelde situatie zich juist focussen
op beweging en gezondheid.
Door deze regionale focus
bestaan er veel subculturen in Nederland. Binnen deze subcultuur leren jongeren
al vroeg wat de heersende norm is. Daar wordt niet snel van afgeweken. Veel
mensen kiezen er ook voor om in de regio waar zij vandaan komen te blijven
wonen en werken. Daar voelen zij zich het prettigst bij. Dit is vooral terug te
zien in de dorpen (Vermeij & Mollenhorst, 2008) . Het verminderde
vertrouwen in de overheid en media heeft bijgedragen aan het versterken van de
dialoog tussen mensen die zichzelf in elkaar herkennen. Zij kiezen er nu voor
om met die mensen samen te werken en laten zich minder beïnvloeden door andere
groepen (de Ridder, 2014) .
Binnen scholen volgen de
leerlingen lessen in zoveel mogelijk homogene groepen. Zij werken samen aan opdrachten
die veelal hun oorsprong hebben in de praktijk. Zo leveren bedrijven een
bijdrage aan het curriculum van de school, door te komen met al dan niet echte
problemen waar een oplossing voor moet worden bedacht. De middelbare schooltijd
wordt afgesloten met het behalen van een diploma. Dit
diploma is niet alleen gericht op het reproduceren en kunnen toepassen van
kennis, maar ook op vaardigheden die de leerlingen nodig hebben in hun latere
werkende leven (Marzano & Heflebower, 2012) . De overheid bepaalt
in samenspraak met de regio waaraan de leerlingen moeten voldoen om een diploma
te behalen.
Scenario 4 – Gesloten/rigide
en individueel
Het begin van de 21ste
eeuw is radicaal veranderd ten opzichte van het begin van de 20ste
eeuw. Wat De Ridder in 2014 al schreef in zijn boek, is uitgekomen. Waar in de
20ste eeuw oorlogen tussen natiestaten veelvuldig voorkwamen, zijn
die tegenwoordig bijna overal verdwenen. Daar staat tegenover dat terrorisme en
corruptie wel meer voorkomen dan enkele tientallen jaren geleden (de Ridder, 2014) . Als reactie heeft
de overheid zijn invloed uitgebreid. Privacy is minder belangrijk, controle
moet voor een groter vertrouwen in de regering zorgen. De kenmerken van een
totalitaire staat zijn aanwezig, al zal daar niet snel kritiek op geuit worden.
Men weet immers dat de controle nodig is om meer veiligheid te genereren. In
die zin is er sprake van een Big
Father (niet te verwarren met Big Brother) situatie.
De controle van de
overheid is ook terug te zien op scholen. Leerlingen worden vroeg getest en al
naar gelang de uitslag ingedeeld in groepen. In die samenstelling volgen zij de
lessen, die volgens het protocol van de overheid zijn gestructureerd. De inhoud
staat vast. Er wordt op scholen vooral formatief getoetst en de middelbare
schooltijd wordt afgesloten met een diploma. Veel leerlingen halen uiteindelijk
wel dat diploma, maar kiezen er daarna voor om niet verder te studeren en aan
het werk te gaan. Ervaring uit de praktijk heeft de laatste jaren aan aanzien
gewonnen. Dit heeft als gevolg dat niet veel leerlingen doorstromen
naar het hoger onderwijs.
Leerlingen moeten niet
alleen beschikken over voldoende kennis, maar dit ook in de praktijk kunnen
brengen. Er is veel aandacht voor mediawijsheid, dit is een van de belangrijkste
21st Century Skills (Marzano & Heflebower, 2012) . Er is ook aandacht
voor burgerschap. Dit richt zich vooral op de individualistische
burger.
Er was aan het begin van
de 21ste eeuw al veel aandacht voor de werking van de hersenen. Op
die manier hoopten veel onderzoekers te ontdekken hoe mensen (en vooral
jongeren) nog effectiever kunnen leren (Jolles,
2005; Crone, 2008). Deze studies hebben de manier van lesgeven niet
radicaal veranderd, al zijn scholen zich wel wat meer toe gaan leggen op de
creatieve en sportieve ontwikkeling van de leerlingen. Prestaties op dit gebied
worden dan ook hooggewaardeerd (Crone, 2008) .
In december 2015 is er in het onderwijsblad Zorg Primair een artikel van mij gepubliceerd. Zorg Primair is een blad voor het basisonderwijs. Mijn artikel gaat over een werkvorm die zowel in het PO als in het VO gebruikt kan worden.
De link naar het artikel is deze:
https://drive.google.com/file/d/0BwCb15riORVYVGNyLTBVX0tXLWc/view?usp=sharing
Bibliografie
Crone, E.
(2008). Het puberende brein - Over de ontwikkeling van de hersenen in de
unieke periode van adolescentie. Leeuwarden: Uitgeverij Bert Bakker.
de Ridder, W. (2014). De ontdekking van de
toekomst - wat we al weten, is niet te geloven. Deventer: Vakmedianet.
Jolles, J. (2005). Beter onderwijs door meer kennis
over leren en de hersenen. Beter onderwijs door meer kennis over leren en
de hersenen. Maastricht: Universiteit van Maastricht.
Marzano, R., & Heflebower, T. (2012). Klaar
voor de 21e eeuw - Vaardigheden voor een veranderende wereld. Rotterdam:
Bazalt.
Vermeij, L., & Mollenhorst, G. (2008). Overgebleven
dorpsleven. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Hoi Lilian,
BeantwoordenVerwijderenWat een leuk idee om het document vanuit retrospectie vorm te geven, ik was meteen gemotiveerd om te lezen, compliment. Inzetten op talenten klinkt me als muziek in de oren, maar hoe werkt dat precies in 2030?
De school ging over op het bioritme-model, het hyperdoc geeft daar verder geen inhoudelijke info over. Bioritme is in principe gebaseerd op het ritme van een individu, vandaar dat je steeds moet uitgaan van je geboortemoment. Toen zijn de cycli gestart... in hoeverre is het dus aannemelijk dat alle individuen in een groep het gelijke ritme hebben? Cool, die openingstijden van de school... Hoe wordt het onderwijs vormgege-ven zonder de docenten overuren te laten draaien... pedagogisch-didactische ploegendiensten? Coaching is hot... je beschrijft het goed.. deze visie is inderdaad rond 2016 ontstaan! Mooi... het denken in termen van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, dat geeft meteen maatschappelijke binding aan!
Je zou in die zin van kennisovergang kunnen spreken in plaats van kennisoverdracht
De kennis gaat over van andere individuen of kennisbronnen naar jou... niet door te pompen maar door te absorberen. Scenario 2: Mogelijk is voor de buitenstaander niet duidelijk wat het verschil is tussen badges en diploma’s dit behoeft dus verdere uitwerking... kan ik binnen eenzelfde opleiding accenten aanbrengen? bijvoorbeeld dat ik als coach gebadged ben voor e-coaching? Flipping the classroom geeft aan dat er in ieder geval nog classrooms zijn, hoe kan ik in de klas bezig zijn met mijn badge terwijl mijn klasgenoten een andere richting volgen? Het curriculum wordt aangepast aan de tijdgeest... klinkt als een klokje... Wat is dat ‘het’ curriculum... Ik verwacht dat er een curriculaire route is die is aangepast aan mijn leerkenmerken, badge-richting en niet te vergeten mijn bioritme. Ondernemend leren met aandacht voor elkaars sterktes... weer zo’n fantastisch concept... maar hoe werkt het precies? Scenario 3: poeh het begin van je beschrijving stemt me niet vrolijk (ligt aan het scenario) Hoe ziet dat eruit? Lopen er headhunters en scouts rond? En hebben die handjeklap met de overheid…Wat zijn de (wederzijdse) belangen in dezen? Mooi, hoe je het ontstaat beschrijft en documenteert... heel realistisch. Ieee... subculturen met heersende normen... klinkt een beetje sektarisch ☺ ... het verminderde vertrouwen in de overheid...komt dat door het eerder genoemde selectie- en plaatsingsprotocol? Werken met homogene groepen aan praktische opdrachten... welk(e) aspect(en) van homogeniteit is/zijn hier aan de orde? Aaah, alweer de overheid die bepaalt wat je gaat doen en waar je dat gaat doen... ik snap waar dat verminderde vertrouwen vandaan komt... op basis van welke criteria gebeurt dit überhaupt? Scenario 4: Big Father...kostelijk maar ook hier weer een beetje grimmig scenario... maar wel science fiction ten voeten uit.. ik zie de film in mijn hoofd zo starten! teveel overheidsinvloed blijkt ook hier niet goed te zijn... mensen worden zoals ik lees ernstig beperkt in hun vrijheden... (in de film is er dan altijd een individu of groep die zich verzet... ik voel een bestseller aankomen). kan elk individu na screening door de overheid tewerkgesteld worden? (of bestaan er nog zoutmijnen voor de uitvallers op het selectieproces). Afrondend: mooie beschrijvingen die dichtbij komen... knap. De enige tip, maar dat heb ik eigenlijk al laten doorschemeren, is dat je concepten vooral voor de niet ingewijde lezer wat meer zou mogen concretiseren.
groetjes Ankie