zondag 10 april 2016

Quest 4 'Docent in een global village'

Doordat ik met een  hersenschudding een tijd thuis heb gezeten kon ik niet werken aan quest 4 samen met mijn groepje. In plaats van de reguliere quest 4 heb ik daarom in overleg met mijn docenten een nieuwe opdracht bedacht. De opdracht was het schrijven van een verhaal over een docent die lesgeeft in de tijd dat het scenario dat The Powerups bedacht hebben werkelijkheid is geworden. Hieronder staat het verhaal. In het verhaal staan linkjes naar bronnen die te vinden zijn op internet. Ook heb ik een aantal boeken/artikelen gebruikt. De bronvermelding staat in en onderaan de tekst.

Veel leesplezier! Reacties zijn zeer welkom :)

Docent in een global village

Langzaam wordt het licht in mijn kamer. De daglichtlamp aan het plafond gaat steeds wat feller schijnen. Volgens de advertentie moet hij ervoor zorgen dat ik op een natuurlijke en rustige manier wakker word, maar vandaag werk hij in ieder geval niet. Ik lag al een uur wakker voordat de eerste vogels begonnen te fluiten en de lamp de eerste tekenen van leven liet zien. Ik hoor de douche aangaan en bedenk me dat ik de tijd waarop dat moet gebeuren de vorige avond niet veranderd heb op mijn telefoon. Eigenlijk wilde ik eerst ontbijten, maar nu ik water dreig te verspillen stap ik snel uit bed en onder de douche. De verwarming staat aan als ik er weer onder vandaan kom; ideaal, dat verwarmen van het huis met gebruikt warm water.

Als ik me heb afgedroogd zet ik het scherm dat verwerkt zit in het tegelpatroon van de badkamer aan. Op basis van het weer van die dag en mijn geplande activiteiten stelt het systeem een aantal outfits voor. De groepsfoto’s en 3D poppetjes van de leerlingen en medewerkers van school worden vandaag gemaakt, dus zijn er maar een aantal opties. Geen zwarte, witte of licht blauwe kleding, en dat is waar het grootste gedeelte van mijn kledingkast uit bestaat. Toch weet het systeem iets leuks te vinden en een half uur later zit ik gekleed in een beige topje, bessenrood vestje en grijze spijkerbroek aan mijn ontbijt. Mijn koelkast heeft aangegeven dat het vandaag tijd is om mijn boodschappen te bestellen. Ik besluit dat ik dat ook straks tussendoor kan doen als ik zie hoe lang ik gedaan heb over mijn ontbijt. Ik moet me haasten om op tijd voor mijn afspraak te zijn.
Ik ga snel opzoek naar schoenen met hakjes, zodat ik straks tussen de leerlingen die ik coach te herkennen ben als de docent. Met mijn lente van 1,70 zijn er altijd leerlingen die boven me uit torenen. Met mijn tas over mijn schouder en jas in mijn linker hand kniel ik nog even voor de bank opzoek naar een speeltje voor de kat. Als ik een pingpongballetje gevonden heb en dat door de kamer laat stuiteren, rent Archimedes er meteen als een idioot achteraan en kijkt niet eens op als ik hem gedag zeg.

In de auto lees ik snel nog een verslag van Bryan, een van mijn leerlingen. Hij heeft een bijzonder programma, omdat hij vakken op zeer uiteenlopende niveaus volgt (Brekelmans, Dekker, & Van der Wel, 2012). Binnen onze school wordt lesgegeven op alle niveaus, zodat leerlingen de vakken binnen dezelfde school op hun eigen niveau per vak kunnen volgen. Zo is Bryan als groepsleider betrokken bij een project dat een technische oplossing zoekt voor het afbreken van nucleair materiaal, nu gebleken is dat de opslag daarvan de laatste jaren te wensen over heeft gelaten. Omdat ik zelf helemaal niets heb met techniek is het voor mij allemaal vrij vaag wat ze doen, maar Bryan vertelt er altijd enthousiast over. Over de vakken Nederlands en Engels is hij minder enthousiast. Vandaag gaan we bekijken of hij het vak Nederlands kan laten vallen. Engels is belangrijker en als hij zich daar meer op kan focussen door Nederlands te laten vallen lijkt me dat een goed idee. In het verslag heeft hij geschreven waarom hij Nederlands wil laten vallen en wat hij met de tijd die dan vrij zou komen gaat doen. Het verslag is in het Engels en ik ben tevreden; hij gaat duidelijk vooruit in zijn zinsbouw. Als hij dit in het Nederlands had moeten schrijven was hij vast niet zo goed uit zijn woorden gekomen. Die internationale contacten leveren hem echt wat op.  

Mijn auto brengt me netjes naar mijn vaste parkeerplaats en de deur wordt ontgrendeld. Het is bijna niet meer voor te stellen dat de tijd in de auto tien jaar geleden nog bijna uitsluitend gebruikt werd voor het autorijden zelf. Het levert me zoveel meer tijd op nu alle auto’s zelf hun weg zoeken. Dat komt natuurlijk doordat ik de tijd nuttig kan gebruiken, maar autorijden zelf duurt ook korter dan vroeger. Ik weet nog dat vakanties met het gezin vroeger vooraf gegaan werden door een lange rit in de auto naar het zuiden, waarbij we ook geregeld in een file terecht kwamen. De terugweg verliep volgens hetzelfde patroon, waarmee we per vakantie vier dagen kwijt waren met de reis alleen. Die ellende is gelukkig voorbij.

Als ik het gebouw binnen loop hoor ik een piepje. De chip in mijn arm heeft aan het systeem laten weten dat ik op school ben. Handig voor als iemand me probeert te zoeken en zich afvraagt of ik vandaag wel aanwezig ben. Door al die flexplekken is in een groot gebouw bijna niemand te vinden zonder chip. Het enige nadeel is dat ik mijn telefoon ook meteen voel trillen. Blijkbaar zijn er al mensen naar me opzoek. Ik groet de receptioniste en ga opzoek naar een kamertje om mijn berichten in alle rust te kunnen bekijken en waar ik straks ook het gesprek met Bryan kan voeren. Zijn ouders zullen erbij zijn via Skype, omdat zijn vader voor werk in Japan zit en zijn moeder vannacht om drie uur begonnen is met werken. Het zijn ondanks hun drukke levens betrokken mensen. Zijn moeder werkt bewust ’s nachts en ’s morgens zodat ze ’s middags kan komen kijken als Bryan een presentatie geeft of mee doet aan een handboogwedstrijd. Zijn vader heb ik alleen nog maar ontmoet via het internet, maar ook hij is altijd op de hoogte van dat waar zijn zoon mee bezig is. Ik denk dat het niet lang zal duren voordat Bryan zijn voorbeeld gaat volgen.

Als ik na het gesprek met de ouders van Bryan het verslag aan het uittypen ben voor zijn portfolio, komt Ramona binnen. Ramona geeft les in Engels en is een van mijn fijnste collega’s. We werken wel eens samen bij projecten om leerlingen te stimuleren hun project, dat ze maken onder mijn begeleiding, in het Engels te presenteren. Daarnaast zijn we in de afgelopen jaren goede vriendinnen geworden.
‘Hannah, had je nog gedacht aan die lunch van vanmiddag in het restaurant? Ze zijn hier rond half één.’ Ik zie aan haar glimlach dat ze zich een beetje zorgen maakt.
‘Natuurlijk. Moet ik nog wat voorbereiden of kan ik ze zo wel aan?’
‘Jij kan dit zo wel aan. Het gaat alleen maar over jouw expertise op het gebied van internationale uitdagingen. Volgens mij weet je daar meer van dan de meeste mensen. Ik hoop alleen dat zij jouw idee net zo zien zitten als ik.’
‘Niet zo twijfelen, het zou gewoon mooi zijn als we meer kunnen samenwerken met scholen buiten Nederland toch? Mochten zij dat niet zien zitten, dan weten we dat ook weer. Mochten ze het wel een goed idee vinden… dan hebben we in ieder geval een goede docent Engels nodig.’
Haar glimlach ontspant een beetje.
‘Ik zie je straks,’ zegt ze en verdwijnt uit mijn zicht. Ik moet glimlachen. Wat een stresskip kan ze soms ook zijn. Meteen verschijnt ze weer. ‘In het restaurant. Had ik dat al gezegd?’
‘Ja,’ zeg ik en mijn lach wordt breder. Ramona is super gestructureerd, behalve als ze zich echt ergens druk om maakt.

Voordat de lunch begint heb ik nog een college te geven. Mijn vakgebied is Maatschappijkunde, een vak dat sinds vijftien jaar bestaat en in die jaren nogal wat veranderingen heeft doorgemaakt. Hoorcolleges vinden op deze school twee keer per week plaats, de andere uren die voor dit vak gereserveerd zijn besteden leerlingen en docenten aan projecten waarin ze dieper op de onderwerpen van de colleges in gaan. Oplossingen worden bedacht, thema’s uitgewerkt en vaardigheden geoefend door middel van projecten, debatten en een enkele keer een paper (Marzano & Heflebower, 2012). Leerlingen werken samen op basis van niveau en talenten en daardoor motiveren ze elkaar. Iedereen moet wel kunnen laten zien welke vaardigheden, kennis of talenten hij ontwikkeld heeft, dus dat moet goed gecoacht worden (de Ruiter & Bakx, 2015). Als de leerlingen aan het werk zijn is dat coachen mijn taak, maar vandaag ben ik vooral presentator. De onderwerpen van mijn vak zijn vaak te ingewikkeld voor de leerlingen om zelf te bestuderen, vandaar dat ik nog steeds twee keer per week een half uur vertel over interessante thema’s. Omdat de laatste twee weken het nieuws vooral in het teken stond van de aanslagen in Noorwegen en Denemarken, leek het me nuttig om terrorisme weer eens te bespreken met mijn publiek. Het is een onderwerp waar ze allemaal goed bekend mee zijn, maar waar al snel misverstanden over kunnen ontstaan (de Ridder, 2014). Aan mij de taak om die misconcepties te belichten en te ontkrachten.  

Het college verloopt goed. Hoewel de leerlingen het onderwerp terrorisme goed kennen, blijven ze het interessant vinden en zijn ze gemotiveerd om naar me te luisteren. Een aantal leerlingen blijft na de les nog even kletsen. Ik vind dat altijd heel gezellig en waardevol, omdat ik ze op die informele momenten nog beter leer kennen dan in een lessituatie. We praten even na over de aanslagen van de afgelopen weken en in hoeverre de maatregelen die de overheid daarna heeft ingevoerd invloed hebben op  hun leven. De meesten merken er weinig van, omdat zij zijn opgegroeid met een overheid die de burgers op veel manieren controleert en volgt.

Ik sluit het kleine zaaltje waar ik mijn college heb gehouden af en loop richting het schoolrestaurant. In het restaurant werken leerlingen die later in deze richting een studie willen gaan volgen. Ze hebben verschillende taken, die elke week wisselen. De leerlingen die deze week in de keuken staan zijn volgende week gastheer of – vrouw en de leerlingen die dat deze week zijn, wisselen volgende week van plek met de leerlingen van de bediening. Ik ben de eerste van mijn gezelschap die zich meldt en word naar onze tafel gebracht. Ramona heeft gevraagd om een ronde tafel die niet te groot is, zodat iedereen goed met elkaar kan praten en er niemand de boventoon kan voeren. Als ik een glas ijsthee geserveerd krijg komt Ramona binnen, samen met twee mannen en één vrouw van Ep-Nuffic. Ik merk dat ik toch ook een beetje zenuwachtig ben. Van deze bespreking hangt veel af.
Ramona is al langer betrokken bij Ep-Nuffic, omdat zij binnen die organisatie en namens onze school een bijdrage levert aan de Internationale dag van de Talen. Deze dag wordt al jaren één keer per jaar georganiseerd en heeft als doel de vreemde talen  extra onder de aandacht van de leerlingen te brengen. Vroeger ging het hierbij alleen om Europese talen, tegenwoordig heeft Ep-Nuffic zoveel contacten over de hele wereld dat de dag is omgedoopt voor een meer internationaal karakter. Toen Ramona vorig jaar weer enthousiast van deze dag terug kwam en haar verhaal vertelde, begon bij mij het idee te ontstaan dat er zoiets ook moet komen voor internationale betrekkingen en het oplossen van internationale problemen. Daar gaat de bespreking van vandaag over.

Ik stel me aan de gasten voor. Eén van de mannen, Wouter, en de vrouw, Iris, zijn directe collega’s van Ramona op het gebied van taal. De tweede man, Rob, zegt alleen maar dat hij bij Ep-Nuffic werkt maar blijft vaag over zijn functie. Door mijn zenuwen durf ik niet meteen door te vragen. Misschien heeft het er ook iets mee te maken dat Rob niet direct een vriendelijke indruk maakt. Hij kijkt eerder nors, alsof hij liever ergens anders was geweest maar verplicht mee moest naar deze bespreking.
Als het eerste rondje water en fris is ingeschonken en we ons voor- en hoofdgerecht besteld hebben, leidt Ramona het gesprek al snel richting de Internationale dag van de Talen. We hebben afgesproken dat ik mijn idee zelf uitleg.
‘De dag was echt weer een toevoeging aan het onderwijs van onze school. Ik heb gehoord dat mijn collega’s, ook die uit andere landen, daar net zo over denken.’ De delegatie van Ep-Nuffic stemt in, al zie ik dat Rob zijn gepaste desinteresse een extra dimensie geeft: leuk, die dag, maar ik heb daar niets mee te maken gehad en kan er dus ook niets over zeggen.
Ik besluit dat dit mijn ingang moet zijn.
‘Rob, mag ik vragen naar jouw rol binnen Ep-Nuffic?’
‘Natuurlijk. Ik houd me vooral bezig met eTwinning en Erasmus at Schools. Voor de hogere niveaus,’ zegt hij er met nadruk achteraan. Zijn norse masker is nog niet verdwenen.
Hm. Geen gemakkelijke ingang.
‘Ja, daar heb ik gelezen,’ ga ik verder en probeer mijn enthousiasme door hem niet te laten verminderen. ‘Het is jammer dat het alleen voor de hogere niveaus is, onze leerlingen van lagere niveaus zijn steeds beter in het Engels en zouden ook zeker baat hebben bij een meer internationale oriëntatie.’
‘Engels, ja,’ reageert Rob, ‘maar andere talen dan dat en Nederlands beheersen ze vaak niet.’
‘Zouden we bij hen dan wel moeten kijken naar taal?’ Ik probeer na deze vraag niet meteen door te praten. Ik wil hem eerst zelf laten nadenken waar ik naar toe wil. Op het gezicht van Ramona zie ik een gespannen glimlach; zij heeft al jaren goed contact met onze andere tafelgenoten en uit deze contacten komen veel subsidies en andere voordelen voort waar onze school echt behoefte aan heeft. Het zou zonde zijn als een idioot idee onze geloofwaardigheid onderuit haalt.
Na een korte denkpauze reageert Rob.
‘Je bedoelt samenwerking op een ander gebied?’ Rob klinkt niet negatief, wat mij aanspoort om te reageren.
‘Onze leerlingen hebben heel veel te bieden. Vaak zijn zij niet zo goed in taal als de leerlingen van hogere niveaus, maar zij kunnen wel goed met hun handen werken en zijn creatief in het bedenken van oplossingen. Hier op school uit zich dat bijvoorbeeld in projecten, waarbij leerlingen oplossingen proberen te bedenken voor nationale en internationale problemen en uitdagingen.’
‘Dat klinkt heel mooi. Komt daar ook wat bruikbaars uit?’
Die vraag had ik al verwacht. Ik vertel over de diverse projecten die er de afgelopen jaren binnen school behandeld zijn en sluit af met het project over de oplossing voor het nucleaire afval, waar Bryan bij betrokken is. Rob is me tijdens mijn verhaal eindelijk echt gaan aankijken. Het lijkt of ik zijn interesse gewekt heb.
‘Kan ik daar straks wat van zien?’

De rest van het etentje begeven we ons op bekend en veilig terrein; de leerlingen, de school en natuurlijk de Internationale dag van de Talen. Ramona krijgt binnen de organisatie van Ep-Nuffic een steeds grotere rol en ik denk dat het niet lang meer duurt voordat ze volledig overstapt naar Ep-Nuffic. Voor haarzelf zal het een verademing zijn; ze doet al lang werk dat haar te gemakkelijk af gaat. Ze is toe aan een nieuwe uitdaging. Voor mijzelf vind ik het minder leuk, samenwerken met een van mijn beste vriendinnen maakt mijn werk nog leuker dan het al is.

 Het dessert zorgt voor een verassing, als blijkt dat de leerlingen in de keuken extra hun best hebben gedaan. Het Italiaanse thema dat het restaurant deze maand omarmt heeft wordt doorgevoerd in alle gerechten, dus ook in het laatste. Vandaag bestaat het dessert uit een nagemaakte Vesuvius van chocoladecake, chocoladesaus en caramel. Stukjes pure chocola en butterscotch doen dienst als vulkanisch gesteente. De warme vulling zorgt er voor dat bij het serveren de vulkaan ook echt rookt. Ik kijk Rob van over de tafel veel betekend aan. Zie je wel dat onze leerlingen wat kunnen?

Na het dessert nemen  we afscheid van Ramona en haar collega’s van de Internationale dag van de Talen en gaan Rob en ik richting het Sciencelab, waar Bryan en zijn groep als het goed is nog aan het werk zijn.
Als we de gang inlopen die leidt naar het Sciencelab, komt Bryan net naar buiten gerend, met zijn witte jas nog aan.
‘Mevrouw!’ Roept hij als hij me ziet. Hij komt bijna slippend net voor Rob en mij tot stilstand. ‘We hebben zojuist een enorme doorbraak bereikt in ons onderzoek!’ Het enthousiasme spat van zijn gezicht en hij gooit zijn armen de lucht in. De papieren die hij vast had dwarrelen als herfstbladeren om ons heen. Rob raapt er een aantal op. Ik zie zijn ogen snel over de berekeningen en korte zinnen gaan.  Als hij zijn ogen naar me opslaat, zie ik dat zijn twijfels verdwenen zijn.



______________________________________________________


 
Eerste reactie van Dianne Romijnders, MLI-alumnus en zus:

Super leuk om te lezen. Als de opdracht is: schrijf verhalend over het onderwijs van de toekomst en verwerk relevante literatuur - dan zeg ik: doel behaald. 
Een klein puntje: je schrijft 'aan alle niveaus'  dit moet denk ik zijn 'op alle niveaus' of 'aan leerlingen met verschillende niveaus' 
Knap dat je zo boeiend kan schrijven. Mijn aandacht verslapte niet. 

 Deze feedback heb ik natuurlijk meteen verwerkt, zoals te lezen is in het verhaal hierboven.

Bibliografie

Brekelmans, J., Dekker, B., & Van der Wel, J. (2012). Examens in extra vakken en vakken op een hoger niveau. Amsterdam: Regioplan Beleidsonderzoek.
de Ridder, W. (2014). De ontdekking van de toekomst - wat we al weten, is niet te geloven. Deventer: Vakmedianet.
de Ruiter, L., & Bakx, A. (2015). Agressieve Romeinen en domme Middeleeuwers?! Het aanleren van informatievaardigheden in het primair en voortgezet onderwijs. Zorg Primair, 6-8.
Marzano, R., & Heflebower, T. (2012). Klaar voor de 21e eeuw - Vaardigheden voor een veranderende wereld. Rotterdam: Bazalt.

2 opmerkingen:

  1. Beste Lilian,

    jullie scenario komt duidelijk terug in het uitgebreide verhaal dat een levendig beeld schetst van de toekomst. Je kunt je echt helemaal voorstellen hoe het er dan uit zal zien. Dat heb je prima gedaan. De linkjes geven een duidelijk beeld van vernieuwingen... Het vak maatschappijkunde is interessant bedacht. Mooi, hoe je het groeiend vertrouwen in de capaciteiten van de lerenden beschreven hebt. Als ik jou was zou ik dit verhaal goed bewaren en over een paar jaar nog een keertje nalezen om te kijken hoe het er dan uitziet :) groetjes Ankie

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Lilian,

    Leuk om te lezen. Ik zou een bundel gaan schrijven :D.
    Het sluit aan bij het gezamenlijke stuk van Quest 2.
    Ik heb geen andere toevoegingen.

    Groet Mijke

    BeantwoordenVerwijderen